De 7 moeilijkste financiële woorden uitgelegd

Oeps! Geen video

Je kunt de video over dit onderwerp niet kijken omdat je een vereiste cookie hebt uitgeschakeld. Toch zien?
Kies een andere cookie-instelling
Of kijk deze video op youtube.com

Vanaf je 18e ben je volgens de wet verantwoordelijk voor je eigen financiën. In de praktijk zijn financiële termen vaak ingewikkelder dan je in eerste instantie denkt. Dit zorgt ervoor dat het lastig is om verstandige beslissingen te nemen. Daarom maken we deze 7 moeilijke termen makkelijker voor je.

Stagflatie

Het begrip stagflatie is een combinatie van stagnatie en inflatie:

  • Stagnatie: een periode waarin de economie niet of weinig groeit
  • Inflatie: je geld wordt minder waard

Tijdens een stagflatie zie je dus dat de economie niet of nauwelijks groeit en dat je geld ook nog eens minder waard wordt. Je kunt van hetzelfde bedrag dus minder kopen dan bijvoorbeeld een jaar geleden. Dat komt door stijgende voedsel- en energieprijzen.

Eigenwoningforfait

Als je een koophuis hebt die je gebruikt om in te wonen, moet je een bedrag bij je inkomen optellen als je belastingaangifte doet. Dit heet het eigenwoningforfait. Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde dat je moet optellen bij je inkomen in box 1 op de belastingaangifte. Heb je je hypotheek (bijna) helemaal afgelost? Dan kan je eigenwoningforfait hoger zijn dan de aftrekbare kosten, zoals de hypotheekrente.

Bureau Krediet Registratie (BKR)

Bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) worden alle schulden van consumenten vastgelegd. Sluit je een lening af, kun je rood staan op je betaalrekening of heb je een creditcard? Dan wordt dat geregistreerd in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van het BKR. Als je een hypotheek wilt, bekijkt je bank of adviseur bij het BKR welke schulden je hebt. Je kunt zelf ook je gegevens opvragen bij het BKR.

Dividend

Aan het einde van een jaar kan een onderneming de winst uitkeren aan de aandeelhouders. Die uitkering heet dividend. De uitkering kan in de vorm van stockdividend worden betaald: aandeelhouders krijgen de winst in de vorm van meer aandelen betaald. Of in de vorm van contant dividend: aandeelhouders krijgen de winst in geld uitbetaald.

Bouwdepot

Een bouwdepot is een geblokkeerde spaarrekening met een deel van het hypotheekbedrag dat je leent voor de verbouwing, bouw of aankoop van je woning. Uit dit ‘potje’ betaal je de rekeningen van bijvoorbeeld de aannemer. Over het bedrag dat je nog niet hebt uitgegeven en nog in je bouwdepot zit, krijg je depotrente.

Courtage

Courtage zijn de kosten die je aan de makelaar betaalt. Je kunt een makelaar inschakelen als je een nieuw huis wilt kopen of als je je huis wilt verkopen. De courtage spreek je af met de makelaar en is vaak 1 tot 2% van de aankoop- of verkoopprijs van je huis. Er zijn ook makelaars die een vast bedrag aan courtage rekenen.

Vermogen

Je vermogen bestaat uit je bezittingen min je schulden.

WOZ-waarde

De WOZ staat voor Wet waardering Onroerende Zaken. De WOZ-waarde is de waarde die de gemeente geeft aan een woning. Met de WOZ-waarde worden het eigenwoningforfait en de onroerendzaakbelasting berekend.

Meer ingewikkelde financiële woorden leren? Ga naar onze financiële woordenlijst.

Ook interessant voor jou?

Future Money Talks

Future Money Talks

Future Money Talks is hét platform voor jongvolwassenen. We bespreken wat jou bezighoudt als het gaat over financiële zaken. En helpen jou vooruit met inzichten, inspiratie en tips.